Vragen 1e termijn

Vragen aan de Commissaris van de Koning J.Tichelaar:
(Nico Uppelschoten tijdens PS 1-maart 2017)

1. Uit de tijdslijn is op te maken dat:

• Firma 1 opdracht heeft gekregen van de Dir. Projectbureau in februari 2015
• Dat de dienst inkoop tegelijkertijd een opdracht heeft verstrekt aan firma 2
• Dir.Projectbureau wordt gesommeerd opdracht terug te nemen 20 nov 2015, maar heeft op die dag het contract getekend
• Dan is firma 2 al afgewezen 6 oktober 2015.
• 7 oktober firma 3 (schoonzus CdK.) wordt aangewezen op suggestie van de CdK.
• Firma 3 is dan al aan de slag, presentatie 17 november. Terwijl firma 1 nog loopt tot formeel 20 november
• Firma 1 is afgewezen omdat er slechte ervaringen waren

Vraag 1: Hoe vaak is die firma ingeschakeld en aan welke geschiktheidseisen voldeed deze firma dan niet?
Vraag 2: Waarom is de opdracht aan firma 1 niet gecontinueerd door de provincie toen bekend was dat de projectleider die verstrekt had?

2. GS bemoeit zich met een

• Enkelvoudige aanbesteding beneden de 50.000 euro
• GS doet dat alleen als er sprake is van dwingende spoed en het bedrag toch boven de 50.000 komt

Vraag 1: heeft GS zich met deze kleine opdracht, die een operationeel karakter had, bemoeid of alleen de CvdK ?
Vraag 2: GS bemoeit zich toch alleen met een zaak als deze een politiek bestuurlijk karakter heeft?
Vraag 3: Is dit een kwestie geweest die in GS aan de orde is geweest en behoort een afwijzingsverzoek te liggen als het boven de 50.000 euro uitkomt?

3. GS bemoeit zich met een enkelvoudige aanbesteding als slechts een leverancier in staat is om de gewenste dienst te leveren en er sprake is van dwingende spoed en alleen als er sprake is van een bedrag groter dan 50.000 euro. De portefeuillehouder wordt dan geïnformeerd met een memo waarin de opdracht wordt beschreven en alleen deze ene leverancier in staat is in de behoefte te voorzien in de gewenste tijdspanne.

Na de afwijzing op 20 november van firma1 duurt het tot 2 december 2016 voordat er een schadeloosstelling plaatsvindt en er een vervolgopdracht werd verstrekt.

Vraag 1: De schadeloosstelling en de vervolgopdracht gebeurde pas na een interventie van een lid van PS

Vraag 2: Waarom vond er schadeloosstelling en een vervolgopdracht plaats als de provincie/portefeuillehouder vond dat er rechtmatig gehandeld was. (Opm: de CdK had eerder meegedeeld dat de 1e opdracht onwettig was en dat men zeer ontevreden was over de uitvoering).

4. De commissaris heeft vermeld dat hij pas 17 november 2015 ontdekte bij de presentatie van de opdracht van firma 3 dat de opdracht was verstrekt aan zijn schoonzus en dat toen onmiddellijk de opdracht beperkt is tot een schets van de landschapszaal (?).
Vraag 1: Is het waar dat zijn schoonzus toch een vervolgopdracht heeft gekregen voor restylen van de hal? Dit is de tweede keer dat de Commissaris een handeling verricht waarbij familieleden betrokken waren. Dit betreft de bemiddeling in Coevorden en de verontschuldigingsbrief aan PS

Vraag 1: Heeft de CdK in de kwestie Coevorden alleen bedoeld dat hij niet meer wilde bemiddelen in conflicten waarbij familieleden betrokken waren?

Vraag 2: Heeft de CdK niet begrepen dat PS wilde dat hij niet meer betrokken raakte bij kwesties waar familieleden bij betrokken waren?

5. Griffiers kwestie Gemeente Westland

Vraag 1: Is het waar dat de CdK contact heeft gezocht met burgemeester Tak van de Gemeente Westland, nadat zijn griffier als ingezetene van Drenthe had ingesproken over het windmolendossier in de commissie OGB
Vraag 2: Is het waar dat mede op grond van deze actie de griffier op non actief is gesteld?

6. De Stichting SWOI (Opm: de stichting die de gelden beheerde die uitgeleend waren aan waterprojecten in Indonesië waar de WMD het voortouw in had en waar de CdK reeds eerder een inspectiereisje naartoe had gemaakt)

Vraag 1: Is het waar dat de CdK in zijn functie van voorzitter van de SWOI de alarmerende brief van Minister Ploumen over de waterprojecten In Indonesië niet overhandigd heeft aan de Raad van Commissarissen van de WMD? Ook toen bleek dat de directeur van de WMD dat zelf niet gedaan heeft?

Uitgesproken door Nico Uppelschoten tijdens de Provinciale Statenvergadering van 1 maart 2017 bij de behandeling van ‘Proces opdrachtverlening herinrichting Huize Tetrode c.a.’ (het enige punt die dag).

Conclusie van het debat met de Cdk op 1 maart 2015 is dat de onduidelijkheden alleen maar groter werden door de uitspraken van de CdK (voorzichtig uitgedrukt). De volledige oppositie exclusief Sterk Lokaal heeft na de eerste termijn een Motie van Wantrouwen opgesteld en getekend (met opzegging van het vertrouwen in de CdK ). De Cdk heeft vervolgens na de eerste termijn geconstateerd dat er naar zijn bevinden onvoldoende vertrouwen is in zijn verdere functioneren en heeft zijn ontslag als CdK aangezegd.

Overigens gaf de CdK inzake de Westland-affaire toe dat hij daags na het inspreken van de Griffier van Westland bij de commissie Omgevingsbeleid een telefoongesprek heeft gevoerd met de burgemeester van Westland inzake het optreden van betrokken griffier. Deze griffier is met ingang van die dag geschorst en inmiddels loopt een ontslagprocedure.

Nico Uppel 01 smal